De Europese Commissie heeft de nieuwe verticale groepsvrijstellingsverordening (VBER) aangenomen inclusief nieuwe verticale richtsnoeren. Deze zijn herzien na een grondige evaluatie en herziening van het 2010 reglement. De herziene regels zijn zo geschreven dat bedrijven eenvoudigere, duidelijkere en actuelere regels en richtlijnen hebben en daarmee hun leverings- en distributieovereenkomsten kunnen beoordelen.
Sinds 1 juni is er een nieuwe verticale groepsvrijstellingsverordening (VBER), die de Europese Commissie recent heeft aangenomen, inclusief nieuwe verticale richtsnoeren. Deze nieuwe verordening is van belang voor uw franchiseovereenkomst.
Kortgezegd verbiedt het kartelverbod afspraken tussen ondernemingen die tot gevolg hebben dat de mededinging wordt beperkt, vervalst of verhinderd. Een onderscheid wordt daarbij gemaakt tussen horizontale en verticale overeenkomsten. Verticale overeenkomsten zijn van toepassing tussen ondernemingen die actief zijn in verschillende fases van het “productie”proces, tussen een leverancier en een afnemer.
Verticale overeenkomsten kunnen economische efficiëntie bevorderen binnen (bijvoorbeeld) een distributieketen; daarom worden deze overeenkomsten vrijgesteld van het kartelverbod, mits is voldaan aan de voorwaarden van de groepsvrijstellingsverordening. Een korte powerpoint hierover treft u hier.
De herziene VBER en Verticale Richtsnoeren treden op 1 juni 2022 in werking en gelden tot en met mei 2034. Er is een overgangstermijn van een jaar voor de aanpassingen aan de nieuwe regels voor lopende contracten, nieuwe contracten moeten al per direct conform de Mededingingswet worden gemaakt.
Verticale Groepsvrijstelling Verordening per 1-6-2022
Richtsnoeren